haai
De haaien (Selachimorpha, ook wel Euselachii) behoren tot de kraakbeenvissen. De vondsten van fossiele haaien dateren van meer dan 425 tot 455 miljoen jaar geleden.[1]Er zijn meer dan 1000 soorten beschreven kraakbeenvissen, waaronder ongeveer 400 soorten haaien en 600 soorten roggen en pijlstaartroggen en ongeveer 30 soorten holocephali (draakvissen en chimeren, meestal diepzeevissen waarover vaak nog weinig bekend is).[2][3]
Haaien zijn bij het grote publiek vooral bekend door de (voor de mens) gevaarlijke soorten, maar van de ongeveer 400 soorten zijn slechts vier of vijf soorten als gevaarlijk aan te merken. De meeste haaien zijn slanke, gespierde en snelle dieren die een lengte bereiken van rond de 1 à 2 meter. Het zijn bijna allemaal predatoren (roofvissen) die leven van gewervelde dieren (meestal vissen maar ook zeezoogdieren en vogels), grote kreeftachtigen en weekdieren (macrofauna).
Haaien zijn waarschijnlijk een zustergroep van de placodermen tijdens het Siluur. In het Devoon kwamen de eerste haaien opdagen. Sommige van de eerste haaien waren gigantisch (megalodon) en hadden tanden van 15 centimeter.
De verschillende soorten haaien komen vrijwel wereldwijd voor in alle zeeën en oceanen met uitzondering van de zeer koude wateren rond de noord- en de zuidpool. De meeste soorten hebben een klein verspreidingsgebied, zoals de langsnuitzwelghaai (Centrophorus harrissoni), die alleen voorkomt langs de oostelijke kust van Australië en rondom het eiland Nieuw-Caledonië. De witvinlantaarnhaai (Centroscyllium ritteri) komt alleen voor rond Japan. Andere soorten hebben een wereldwijde verspreiding en komen zowel voor in de Stille-, Atlantische- en Indische Oceaan en in de Middellandse Zee, een voorbeeld is de voshaai (Alopias vulpinus').
Maak jouw eigen website met JouwWeb